De FIDE-regels gelden met uitzondering van het volgende:
Elke zet bestaat uit een gewone zet en een omwisselzet (zie 4.) Dit geldt ook als bij de gewone zet schaak gezet wordt!.
In de eerste zet doet wit alleen een gewone zet.
Een omwisselzet betekent dat 2 stukken van plaats wisselen. Het ene stuk is een speler van de speler zelf. Het andere stuk is een stuk dat staat op een veld waar het eerste stuk naar toe zou kunnen gaan (als het leeg was) of slaan (als het bezet zou zijn)
Een speler heeft verloren als hij geen gewone zet en omwisselzet meer kan doen.
Een witte (zwarte) pion op de 1e (8e) rij kan 2 velden vooruit gaan.
Als door de omwisselzet een pion promoveert bepaalt de speler die met de pion zet naar welk stuk gepromoveerd wordt.
Schaak moet door de gewone zet opgeheven worden.
Geschreven door: Jos Jansen of Lorkeers en Hans Bodlaender.
WWW pagina gemaakt: vrijdag 7 februari 2003.